JustPaste.it

We hebben fatâwa van prominente geleerden die stemmen wel toestaan. Hoe moeten we hiermee om gaan?

 

Antwoord:

Bismillâhi Rahmâni Rahîm, Alhamdulillâhi Rabbil 'Âlamîn was-salâtu was-salâmu 'alâ nabiyyinâ Muhammadin wa 'alâ ahlihi wa ashâbihi ajma'în amma ba'd.

In de Naam van Allâh, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.

As-salâm 'alaykum warahmatullâhi wa barakâtuh beste broeder of zuster,

Het doel van de moslim is de Waarheid te volgen die in overeenstemming is met de Qurân en de Sunna.

Onze vrome voorgangers hadden de gewoonte om te zeggen:

"De woorden van elke persoon kunnen geaccepteerd of verworpen worden, behalve die van de Profeet, aangezien al zijn woorden geaccepteerd moeten worden."

De mening/uitspraak van eenieder volgen omwille van zijn titel van geleerde of vrome kan leiden tot een fatale dwaling, wanneer zij de Qurân en de Sunna tegenspreken. Want men gehoorzaamt hen in de ongehoorzaamheid aan Allâh, de Alwetende. Een dergelijke mening/uitspraak (lees: Fatwâ) behoort in de islamitische wetgeving dan ook niet tot het bewijsmiddel voor een kwestie.

Het gedrag van deze volgelingen is een duidelijke gelijkenis met dat van de joden en de christenen die zich voordeden het goede te doen door te weigeren om hun geleerden ongehoorzaam te zijn, zelfs als zij hun Heilige Boeken tegenspraken. We moeten waakzaam zijn en ons niet inlaten met taqlîd (het blindelings volgen).

Imâm ash-Shaf’i (moge Allâh tevreden met hem zijn) zei hierover:

"Als hij (een man met kennis) een fatwa (uitspraak) zonder een correcte khabar (geleerden gebruiken dit wanneer ze verwijzen naar een overlevering van de Profeet of uitspraken van andere grote geleerden) of qiyâs (analogie) gaf, dan zal hij dichter bij een zonde zijn dan de onwetende die het uit onwetendheid zei."

Alle fiqh-geleerden wier meningen worden gevolgd waren tegen het blindelings volgen en ze verboden hun volgelingen hun mening dan ook simpelweg te volgen. Zie hieronder de uitspraken van de imâms van de vier wetscholen (moge Allâh tevreden met hun zijn) hierover:

Imâm Abu Hanîfa heeft gezegd:

“Dit is mijn mening, maar als er iemand komt met een mening beter dan de mijne (onderbouwd met de Qurân & Sunna), accepteer die dan.”

Imâm Mâlik heeft gezegd:

“Ik ben slechts een mens. Soms maak ik een fout en soms heb ik het goed. Kijk naar mijn mening en wat in overeenstemming is met de Qurân en Sunna. Accepteer dat en negeer wat niet in overeenstemming hiermee is.”

Imâm ash-Shaf’i heeft gezegd:

“Als een overlevering authentiek is, negeer dan mijn woorden. Als je een goed onderbouwd bewijs ziet, dan is dat mijn mening.”

Imâm Ahmad heeft gezegd:

“Volg geen mens blindelings als het gaat om jullie religie, want zij kunnen nooit vrij zijn van fouten.”

Deze woorden onderschatten niet de grote rol van de geleerden. Zij nodigen uit tot het volgen van wat wettig toegestaan is met gegrond bewijs. Daarom heeft niemand, na de boodschapper van Allâh (vrede en zegeningen zij met hem) iets te zeggen, behalve als het gebaseerd is op kennis. Kennis is de Qurân, de Sunna, de idjmâ’ (overeenstemming van alle geleerden over een kwestie) en de uitspraken afkomstig van de rechtschapen volgelingen van de metgezellen en at-tâbi’în (de tweede generatie moslims) en hun volgelingen en qiyâs (analogie) gebaseerd op acceptabele bronnen.

Imâm 'Abdur-Rahmân Ibn Hasan Âl Ash-Shaykh (moge Allâh hem genadig zijn) heeft op een duidelijk wijze verwoord hoe wij hiermee om dienen te gaan. Hij zei:

"Het is wâjib (een verplichting) voor iedere persoon dat wanneer de bewijzen uit de Qurân en de Sunna hem bereiken en hij de gevolgtrekkingen daarvan begrijpt, te stoppen met het volgen van anderen en om de bewijzen te gehoorzamen, ongeacht wie hem tegenstreeft. Dus het is verplicht voor de oprechte persoon om wanneer hij de boeken van de geleerden leest, hun uitspraken te vergelijken met hetgeen zich bevindt in de Qurân en de Sunna." (Fath al Majîd, p.387-388)

En Sheikh Sulaymân ibn ‘Abdillâh (moge Allâh hem genadig zijn) heeft gezegd:

“Als het Boek van Allâh en de Sunna van Zijn Boodschapper hem bereiken, dan moet de gelovige handelen in overeenstemming hiermee. Ongeacht of hij hiermee afwijkt van wie of wat dan ook. Dit is wat onze Heer en onze Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) ons hebben bevolen en waar alle geleerden het unaniem over eens zijn. Met uitzondering van de blinde volgelingen en de onachtzamen. Zulke mensen zijn geen geleerden.” (Taysîr ul-‘Azîz il-Hamîd, p.546)

Volg daarom niet het pad van degenen die meer waarde hechten aan het volgen van regels en uitspraken van zijn leermeester of wetschool, boven het volgen en handelen volgens de Qurân en de betrouwbaar overgeleverde Sunna.

We vragen Allâh de Almachtige om ons standvastig te houden op Zijn religie en ons te laten verenigen met Tawhîd en ons ver verwijderd te houden van de tâghût, zoals Allâh de Verhevene de mensheid middels zijn Boodschappers heeft bevolen:

"En voorzeker, Wij hebben aan iedere ummah (gemeenschap/natie) een Boodschapper gezonden (die zei): "Aanbidt Allâh en houdt afstand van de taghût."" {Qs 16:36}

En Allâh, de Alwetende weet het beste en is de Schenker van al het succes!

Subhânaka Allâhumma wa bih'amdik, ash-hadu allâ illâha illâ anta, astaghfiruka wa atûbu ilayk.

 

Moslims In Dialoog (MID)